Rijst is een veelzijdig bijgerecht, omdat het kan worden geserveerd met vis, vlees, champignons, groenten en zeevruchten. Het absorbeert perfect het aroma van kruiden, maar niet alle smaakmakers worden ermee gecombineerd. Om te voorkomen dat een rijstgerecht verandert in een simpele pap, moet je niet alleen de kookregels kennen, maar er ook curry, saffraan, gember, etc. aan toevoegen.
Je kunt in bijna elke winkel een kant-en-klare rijstkruidenmix kopen. Het heeft twee voordelen: lage kosten en de juiste verhouding van kruiden die elkaars smaak niet kunnen overheersen. Maar er is ook een belangrijk nadeel: er zit te veel zout in en hun geur en smaak zijn niet erg divers. Om unieke rijstgerechten te bereiden, kun je het beste experimenteren en je eigen set kruiden maken.
De meest voorkomende kruiden zijn kurkuma en kerrie. Dankzij kurkuma krijgt rijst een smakelijke gouden kleur en deze specerij kan voor alle soorten worden gebruikt, maar ook voor het koken van pilaf. Curry is niet één specerij, maar een hele mix van kurkuma, rode peper, koriander en kruidnagel. In de Europese keuken worden gemberwortel en cayennepeper aan deze smaakmakers toegevoegd, in het Midden-Oosten - piment, asafoetida, kardemom en kaneel, en in Zuid-Azië bevat het 16 kruiden, waaronder munt, galganthawortel en venkel.
Om de rijst een aangename zuurheid te geven, wordt er een beetje berberis in gedaan. Samen met hen kun je koriander en komijn gebruiken, vooral als er vlees in het gerecht zit. Het is belangrijk om te onthouden dat komijn helemaal aan het begin van het koken moet worden gedaan: maal in de handpalmen en bak dan in een pan. Traditioneel kan rijst worden aangevuld met gemalen zwarte peper.
Als kurkuma meer geschikt is voor pilaf, dan is het beter om het in gerechten met kip en groenten te vervangen door saffraan. Je kunt trouwens experimenteren met het pilafrecept en er gember aan toevoegen. Rijst wordt geserveerd met verse basilicum, koriander of peterselie.