Kaneelparfait

Inhoudsopgave:

Kaneelparfait
Kaneelparfait

Video: Kaneelparfait

Video: Kaneelparfait
Video: Examentraining instructie Desserts. Les 3: kaneelparfait 2024, Mei
Anonim

Kaneelparfait is een geweldig pittig dessert. Het duurt slechts een uur om te bereiden, maar je zult moeten wachten tot het dessert bevriest. Een geschikte drank voor een parfait is een sterke zoete wijn.

Kaneelparfait
Kaneelparfait

Ingrediënten:

  • Poedersuiker - 100 g;
  • Eigeel - 4 stuks;
  • Vanille geur;
  • Zware room - 400 g;
  • Gemalen kaneel - 1 theelepel.

Ingrediënten voor de saus:

  • Appelsap - 400 g;
  • Zetmeel - 1 eetlepel.

Voor registratie:

  • Appels - 3 stuks;
  • Suiker - 85 g;
  • Water - 75 g.

Voorbereiding:

  1. Doe de eidooiers samen met de poedersuiker in een hittebestendige schaal. Verdun vanille-essence met een druppel heet water. Voeg vanilline toe aan het eimengsel. Plaats de vorm met dit mengsel in een bak met heet water, maar het mag niet koken. Klop het mengsel luchtig en dik. Koel het eiermengsel onder voortdurend roeren.
  2. Klop de slagroom stijf en meng met de kaneel. Giet in het gekoelde eimengsel. Giet de resulterende parfait in een smalle en lange vorm. Zet de schaal vijf uur in de koelkast.
  3. Dan moet je een decoratie voor de parfait maken. Roer met een lepel en breng suiker en water aan de kook. De suiker moet oplossen. Was en schil de appels. Kook de appels op siroop tot ze zacht worden.
  4. Nu moet je de saus bereiden. Breng hiervoor het appelsap aan de kook. Meng het zetmeel met een beetje water en doe dit bij het appelsap. Kook dit mengsel al roerend op laag vuur. Het appelsap moet samen met het zetmeel indikken.
  5. Koel de resulterende saus. Voeg na afkoeling de appelbolletjes toe.
  6. Haal de parfait uit de vriezer. Snijd in porties en leg op borden. Giet de resulterende saus over de kaneelparfait. Appelballen zullen het gerecht versieren.
  7. Het is belangrijk dat alle ingrediënten van het afgewerkte gerecht goed gekoeld zijn, dan zal het dessert buitengewoon smakelijk zijn. In plaats van een smalle en lange vorm kun je ook kleine ronde vormen gebruiken.