Meestal worden wortelen gebruikt als ingrediënt in eerste en tweede gangen. Maar je kunt er wel een heerlijk en gezond toetje van maken.
Wortelpudding
Snijd 2 wortels in dunne reepjes of rasp ze op een grove rasp, doe ze in een kleine steelpan, giet er 2 eetlepels melk bij, doe een eetlepel boter en laat ze op laag vuur half gaar sudderen. Voeg 2 theelepels griesmeel toe en kook tot het gaar is, haal dan van het vuur en laat iets afkoelen.
Pureer de dooier met een theelepel suiker en voeg toe aan de wortelen. Klop het eiwit op, doe het met de wortelmassa in een pan en roer voorzichtig van boven naar beneden. Vet de puddingvormen in met boter, bestrooi met fijngemalen paneermeel of bloem en giet de wortelmassa erin. De pudding kan in een waterbad worden gekookt of in de oven worden gebakken.
Wortelsoufflé
Rasp wortelen (3 stuks) Op een fijne rasp, breng over naar een pan, voeg een beetje water toe en laat onder een deksel op laag vuur sudderen tot ze gaar zijn. Klop de gestoofde wortelen met een blender samen met de vloeistof, voeg een eetlepel boter toe en verwarm.
Als de wortelen zijn afgekoeld tot 50 graden, voeg dan 2 dooiers, zout en suiker naar smaak toe en roer goed. Klop de eiwitten tot ze stevig zijn en schuim dat niet van de garde valt, en meng voorzichtig met de gestoofde wortelen. Breng het mengsel onmiddellijk over in een ingevette pan, 2/3 vol, en bak in de voorverwarmde oven. Als het wortel-eimengsel blijft staan, valt het eraf en wordt de soufflé dicht en taai. Serveer het afgewerkte gerecht onmiddellijk.