Eiwit is de basis van alle levende wezens op aarde. De cellen van elk organisme bestaan daaruit en de bron is voedsel. Het is noodzakelijk voor kinderen, sporters, zwangere vrouwen en mensen die een ziekte hebben gehad. De meest gebruikte zijn melk- en vleeseiwitten, die aanzienlijk van elkaar verschillen.
Eiwitfunctie
Eiwitsamenstelling is een verzameling van acht essentiële aminozuren, die elk hun eigen biologische rol spelen in het functioneren van het lichaam. Het eiwit zelf is direct betrokken bij de synthese van complexe enzymen waaruit weefsels en celstructuren worden opgebouwd. Bovendien transporteert het vitamines, mineralen, lipiden en medicijncomponenten, ondersteunt het het immuunsysteem en helpt het de vorming van hemoglobine.
In het maagdarmkanaal worden vlees- en melkeiwitten door natuurlijke enzymen afgebroken tot aminozuren.
Een persoon consumeert eiwitten zowel met plantaardig als dierlijk voedsel - een aanzienlijke hoeveelheid ervan wordt bijvoorbeeld gevonden in vlees, eieren, melk, sojabonen, bonen, erwten, rijst, gerst, boekweit en gierst. In fruit en groenten is eiwit vrij klein, dus vlees en melk worden nog steeds als de belangrijkste bronnen beschouwd - deze producten zijn noodzakelijk voor elke persoon, omdat ze alle stoffen bevatten die van vitaal belang zijn voor het lichaam. De snelheid van absorptie en vertering van eiwitten is afhankelijk van het type.
Verschillen
Melkeiwit onderscheidt zich van vleeseiwit door een snellere vertering - eiwitproducten die een thermische culinaire verwerking hebben ondergaan, worden bijzonder snel verteerd, waardoor melkeiwit zo efficiënt mogelijk kan worden opgenomen. Daarnaast hebben melkeiwitten, in vergelijking met vleeseiwitten, een meer optimale balans, wat erg belangrijk is voor het lichaam van kinderen en ouderen.
Door de uitgebalanceerde staat van melkeiwitten kunnen ze het lichaam van alle noodzakelijke biologisch actieve stoffen voorzien.
Vleesproducten zijn ook de rijkste bron van compleet eiwit, maar hun biologische waarde is, in tegenstelling tot melkeiwitten, niet altijd hetzelfde. De grootste waarde wordt geleverd door eiwitten van spierweefsel, terwijl eiwitten van bindweefsel (elastine en collageen) minder waardevol zijn - bovendien minder verteerbaar. De weerstand van eiwitten van spier- en bindweefsel tegen warmtebehandeling is direct afhankelijk van de leeftijd van het dier. Zo geeft zacht en mals vlees van jonge dieren een hogere kwaliteit eiwit - het vlees van oudere dieren, dat meer taai bindweefsel bevat, heeft een minimale eiwit- en voedingswaarde. Bovendien hebben grote hoeveelheden collageeneiwit een negatieve invloed op de nierfunctie.