Magere bessentaart kan worden geserveerd met thee tijdens het vasten of op elke dag. De traktatie is vochtig. De zoetheid van de taart wordt gecompenseerd door de zuurheid van de bessen. Het smaakt zowel warm als koud goed.
Het is nodig
- - 600 g bevroren kersen en bosbessen
- - 200 g rietsuiker
- - 250 gram bloem
- - 150 g volkoren meel
- - 1 kopje plantaardige olie
- - 1 theelepel vanille
- - halve theelepel kaneel
- - 10 g bakpoeder
- - een snufje zout
- - 30 g amandelen
- Voor de saus:
- - 150 ml water
- - 30 g cacao
- - 80 g suiker
- - 1 eetlepel maïszetmeel
instructies:
Stap 1
Doe de bevroren bessen in een pan. Bedek met bruine suiker. Voeg een theelepel vanilline, een half glas water toe. Breng de bessen aan de kook. Kook 5-7 minuten.
Stap 2
Gooi de bessen vervolgens weg in een vergiet. Verzamel het resulterende sap, koel. Zeef beide soorten bloem. Meng met bakpoeder, zout.
Stap 3
Giet plantaardige olie in de bloem. Giet hier kaneel, meng. Voeg afgekoeld sap toe, roer tot een gladde massa.
Stap 4
Vorm krijgen. Leg de helft van het deeg erin, druk plat. Leg de bessen op het deeg. Leg de rest van het deeg erop en druk plat.
Stap 5
Zet de toekomstige taart in de oven, voorverwarmd tot 180 graden, gedurende 35-45 minuten. Controleer de gereedheid met een houten spies. Prik er de cake mee door. Als de satéprikker droog is als je hem uit het deeg haalt, is het deeg gaar.
Stap 6
Terwijl de cake aan het bakken is, maak je de saus klaar. Giet hiervoor 150 ml water in een pan, voeg cacao, suiker toe. Breng aan de kook, af en toe roeren. Los een eetlepel zetmeel apart op in 50 ml water. Giet in een dunne stroom bij de saus, roer, kook een minuut tot het ingedikt is.
Stap 7
Koel de saus. Keer de cake om op een schaal. Giet er chocoladesaus over. Bestrooi met gehakte amandelen. De taart is klaar.