Charlotte is een zoete appeltaart. In zeldzame gevallen worden andere bessen en fruit gebruikt om te koken. Charlotte trekt huisvrouwen aan omdat het zo snel mogelijk gemaakt kan worden van eenvoudige en betaalbare ingrediënten. Bovendien blijkt deze cake erg lekker en aromatisch te zijn.
Charlotte koken begint met het kloppen van eieren. Neem 3 kippeneieren en breek in een container. Gebruik een mixer om ze te kloppen met de toevoeging van 1 kopje kristalsuiker. Wanneer de massa een aangename romige tint krijgt, voeg dan 150 g tarwebloem toe. Blijf kloppen tot het deeg glad is. Je kunt desgewenst een beetje met azijn gebluste bakpoeder of bakpoeder aan het deeg toevoegen. Met een snufje kaneel kun je de cake een bijzondere smaak geven.
Bereid je appels voor. Was ze onder stromend water, pel ze en verwijder het klokhuis. Snijd daarna het fruit in dunne gelijke plakjes en leg ze in een gelijkmatige laag op de bodem van de schaal, ingevet met boter. Als je vorm zoekt, gebruik dan een siliconen ovenschaal. In dit geval is het niet nodig om de bodem met olie te smeren. Giet het deeg over de appels en laat een paar minuten staan. Gedurende deze tijd wordt het gelijkmatig verdeeld en vult het de holtes tussen de appelschijfjes. Gebruik voor grotere cakes een bakplaat en verdubbel de ingrediënten.
Zet de schaal in een voorverwarmde oven van 180-200°C. Het duurt meestal ongeveer 30-35 minuten om een cake te maken. Om te controleren of de charlotte klaar is, prikt u er voorzichtig in met een tandenstoker. Blijft het droog, dan is de cake klaar. Bestrooi de charlotte voor het serveren met poedersuiker of garneer met fruit en slagroom.