Pasta is een favoriet bijgerecht voor volwassenen en kinderen. Maar echt heerlijk zijn alleen die pasta's die tijdens het kookproces niet aan elkaar plakten en geen pap werden. Hoe bereid je ze voor?
1. Er mag niet weinig water zijn. Op basis van ongeveer 1 liter water per 100 gram pasta.
2. Giet pasta alleen in een pan met kokend water. Zout het water voordat de pasta erin zit.
3. Nadat de pasta in de pan met water is gedruppeld, goed roeren zodat de pasta niet aan de bodem van de pan blijft plakken. Doe er geen deksel op.
4. Nadat het water met pasta weer gekookt is, roer je weer voorzichtig.
5. De kooktijd staat meestal aangegeven op de verpakking en is afhankelijk van het soort pasta. Hoe fijner de pasta, hoe korter de kooktijd. Gemiddeld 5-10 minuten. Het is belangrijk om de pasta niet te overdrijven, zodat deze niet overkookt. In het geval van pasta is het beter om ze niet te koken dan ze te verteren.
6. Gekookte pasta snel en nauwkeurig in een vergiet vouwen.
Verder zijn er twee opties mogelijk:
Optie 1 (klassiek) - spoel de pasta af met water en verwarm deze al roerend licht in een pan met een stukje boter.
Optie 2 (vereenvoudigd) - doe de pasta in een vergiet, wacht tot het water is weggelopen, doe de pasta terug in de pan en voeg een stukje boter of een lepel plantaardige olie toe. Meng voorzichtig.
Tip: kies voor pasta van durumtarwe, deze is gezond en kookt niet over tijdens het koken.