Worsten in deeg zijn een stevig en smakelijk gerecht voor kinderen en volwassenen. Je kunt ze meenemen naar school of werk en tijdens de pauzes een lekkere snack eten.
Ze zijn ook perfect voor een feestelijke tafel.
Het is nodig
-
- melk worstjes;
- plantaardige olie voor het invetten van een bakplaat of bakpapier;
- melk;
- zout;
- suiker;
- droge gist;
- margarine;
- ei;
- meel.
instructies:
Stap 1
Doe 80 gram margarine in een brede pan, smelt. Giet 1 glas melk erbij, voeg een eetlepel suiker, een zakje gist (10 gram), zout toe, klop er een ei door.
Stap 2
Meng goed, voeg 200 gram bloem toe. Roer opnieuw, dek af met een vochtige handdoek of deksel. Laat het deeg op een warme plaats rijzen. Als er belletjes in het deeg ontstaan, voeg dan 250 gram bloem in kleine porties toe. Als het deeg er makkelijk afkomt, maar niet te steil, dan is er genoeg bloem. Vorm het deeg tot een bal. Bedek het met plantaardige olie om te voorkomen dat het aan de pot blijft plakken. Dek opnieuw af met een handdoek of deksel, zet op een warme plaats, laat staan tot het verdubbeld is.
Stap 3
Bestrooi de tafel met bloem. Leg de helft van het deeg erop en verdeel in gelijke stukken van ongeveer 50 gram. Rol elk stuk op zodat je een dun flagellum krijgt.
Stap 4
Neem 10 worstjes. Omwikkel elk met een flagella. Bereid een bakplaat voor: bekleed deze met bakpapier of bestrijk met plantaardige olie. Zet de oven aan op 50oC. Leg de worstjes in flagella op een bakplaat en zet 10 minuten in een verwarmde oven om te rijzen.
Stap 5
Verhoog het verwarmingsvermogen tot 250oC. Bak tot ze goudbruin zijn. Serveer kant-en-klare worstjes warm met mosterd en ketchup.