Kroketten zijn kleine schnitzels, voor de bereiding waarvan verschillende vullingen worden gebruikt (vlees, groenten, gehakt). Kroketten verschillen van traditionele schnitzels doordat de gevormde balletjes in een losgeklopt ei worden gedompeld en in paneermeel worden gerold voordat ze worden gebakken. Het gerecht blijkt mals van binnen en krokant van buiten.
Ingrediënten voor 30-35 kroketten:
- 12 grote garnalen (liefst vers);
- 8-10 inktvisringen;
- 2 eetlepels tomatensaus;
- een halve ui;
- 2 eetlepels olie (olijf of groente);
- een theelepel gerookte paprika (je kunt gewone paprika gebruiken - dit is nodig voor een mooie kleur van het gerecht);
- 3 eetlepels bloem;
- 500 ml melk;
- 1 ei;
- paneermeel;
- verse peterselie;
- zout naar smaak.
Kroketten - recept om te koken
Eerst moet je alle ingrediënten voorbereiden. Garnalen en inktvis pellen, in kleine stukjes snijden. Schil de ui, snij in blokjes. Hak de peterselie.
Verhit olie (olijf of groente) in een koekenpan, bak de ui tot een mooie gouden kleur.
Voeg vervolgens garnalen en inktvis toe, bak tot de zeevruchten gaar zijn op middelhoog vuur.
Voeg tomatensaus en paprika toe (gerookt of naturel).
Giet bloem in de pan, meng alle ingrediënten en giet de melk erbij. Roer opnieuw, voeg gehakte peterselie toe, laat op laag vuur staan om de saus in te dikken.
Vervolgens moet je de zeevruchten met de saus overbrengen naar een ander gerecht, het laten afkoelen tot kamertemperatuur en in de koelkast zetten totdat het volledig is afgekoeld.
Als de massa is afgekoeld, kun je er kleine kroketten van vormen, deze in een losgeklopt ei dopen en door paneermeel rollen. Je moet de kroketten aan beide kanten in voldoende olijfolie bakken om een smakelijk korstje te krijgen.