Wijn die met je eigen handen is gemaakt, is veel gezonder en lekkerder dan degene die in de winkel is gekocht. Er zijn geen chemische toevoegingen aan zelfgemaakte wijn, omdat deze is gemaakt van fruit dat in de eigen tuin is geoogst. Zo'n drankje kan niet alleen van druiven worden bereid, maar ook van appels, kersen, peren, aalbessen, kruisbessen en ander fruit en bessen. Goede wijn komt van pruimen.
instructies:
Stap 1
Selecteer alleen rijpe vruchten, maar was ze nooit. De huid bevat natuurlijke gist, die nodig is voor een betere wortfermentatie. Pers het sap eruit met een pers of sapcentrifuge. Als de pruimen dicht zijn, plet ze dan voor een betere scheiding van het sap, voeg 0,5 liter water en 100 g suiker toe aan 1 kg en zet ze op een warme plaats voor een beetje fermentatie. Na een paar dagen kun je het sap gemakkelijk met een pers van het vruchtvlees scheiden.
Stap 2
Maak een starter door 300 ml warm water te gieten met 200 g ongewassen rozijnen. Voeg 50 g suiker toe, roer tot het volledig is opgelost en laat het gisten. Je kunt ook een handje muntframbozen toevoegen. De zuurdesem wordt 3-4 dagen bereid. Giet het vocht af en gebruik het direct bij het maken van wijn.
Stap 3
Meng het sap met suiker in een verhouding van 3: 1. Als je er meer van neemt, duurt de fermentatie langer. Houd ook rekening met het suikergehalte in de vruchten zelf, als de pruimen zuur zijn, moet de snelheid worden verhoogd. Als u een zoete wijn wilt krijgen, verdun dan eerst slechts de helft van alle suiker in het sap en voeg na ongeveer een week vanaf het begin van de gisting geleidelijk de rest toe.
Stap 4
Giet de startercultuur in de wortfles en sluit het waterslot. Het kan een wattenstaafje zijn met een flexibele buis, waarvan het ene uiteinde in een vat met water wordt gedompeld. Tijdens de fermentatie komt er koolstofdioxide vrij en zal jonge wijn contact met zuurstof vermijden. Zet de fles op een donkere, warme plaats (20-24 graden).
Stap 5
Controleer hoe het fermentatieproces verloopt, de dichtheid van het waterslot. Wanneer de bubbels niet meer opvallen en de wijn lichter begint te worden, laat u deze met een dunne slang uit het bezinksel lopen. Giet in een nieuw vat tot aan de hals en stop met watten. Zet het een dag in een koude kelder, vervang het katoen dan door een kurk en vul het met paraffine. Bewaar de wijn nog 3 maanden liggend, waarna de drank definitief klaar is.