Bakken met een nieuw, ongetest recept is een zeer opwindende onderneming. Het is immers gemakkelijk om zelfs de lekkerste cake te bederven door deze te onder- of overbelichten in de oven.
Afhankelijk van het soort deeg dat wordt gebruikt, kunnen de methoden voor het bepalen van de gaarheid van een cake variëren. Zo kan bijvoorbeeld de gereedheid van het zandkoekdeeg alleen visueel worden gecontroleerd. Perfect gebakken kruimeldeeg heeft een zeer mooie gouden kleur. Een bruine kleur geeft aan dat je de cake overbelicht hebt in de oven.
Koekjes en kruimeldeeg
De gemakkelijkste manier om de gereedheid van het koekje te controleren, is met een houten spies of een lucifer, waarmee je het moet doorboren. Als er deegkruimels aan de spies blijven kleven, moet het koekje nog even in de oven worden gehouden, als de spies droog is, is hij klaar. Houd er rekening mee dat het koekje niet van plotselinge temperatuurschommelingen houdt, dus het is raadzaam om de ovendeur niet vaak te openen en te sluiten, anders kan het bezinken. Je moet je toevlucht nemen tot een spies als het koekje al zo lang in de oven staat als aangegeven in het recept. In het ideale geval is het zelfs beter om de oven uit te zetten en daar te laten om geen temperatuurveranderingen te veroorzaken. Als uw oven echter erg lang nodig heeft om af te koelen, zal deze methode niet voor u werken.
De bereidheid van het koekje kan ook worden bepaald met een simpele druk. Druk met je vinger op het oppervlak van de cake (niet erg hard en niet duidelijk in het midden), het afgewerkte koekje zal snel zijn vorm terugkrijgen, omdat het qua textuur het meest lijkt op een gewone spons, er blijft een kuiltje op het vocht achter biscuit. Een goed koekje dat niet overbelicht is geweest in de oven heeft een aangename warme goudbruine kleur van buiten en lichter van binnen. Het is normaal dat het koekje na het bakken een beetje bezinkt (ongeveer vijftien procent), maar dit kan ook worden voorkomen door het te bewaren voor extreme temperaturen. Als je een groot biscuitgebak in meerdere cakes wilt verdelen, snijd het dan met een draad door, zodat het minder verkruimelt.
Gist gebakken goederen
Er kunnen problemen optreden bij het bepalen van de gereedheid van gebakken gistproducten, omdat ze, afhankelijk van het recept, een andere consistentie kunnen hebben. Houd er rekening mee dat dun gistdeeg veel sneller gaart dan dik deeg. In dit geval kan een druktest ook helpen, maar in tegenstelling tot een koekje, is het het rauwe deeg dat snel terugkeert naar zijn vorige vorm, het gat verwijdert, het blijft lang op het eindproduct. Je kunt naar de onderkant van je taartbodem kijken. Heeft het een karakteristieke bruintint en blijft het makkelijk achter bij de vorm, dan is je product klaar, is het te licht dan moet je het langer in de oven bewaren. Een te droge en taaie korst betekent dat je de taart overbelicht hebt in de oven, je kunt proberen hem zachter te maken met een vochtige doek erop, waarop je een paar droge handdoeken moet leggen.